Veeartsenijroute: de geschiedenis van het veterinair onderwijs
De Veeartsenijroute brengt je langs 9 verschillende plekken die een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van het veterinair onderwijs. Sinds 1821 was dit terrein een plek waar dierenartsen worden opgeleid. Utrecht was toen de enige plek in Nederland waar je zo’n opleiding kon volgen. En dat is nog steeds zo. De route is ongeveer 900 meter lang (ongeveer 30 minuten rustig lopen).
Hoe loopt de wandelroute?
De wandelroute begint bij het Anatomiegebouw (Bekkerstraat 141).
De route komt langs:
Een wandeling van Van Anatomie- naar Poortgebouw
Vanaf 1821 kregen dierenartsen hun opleiding aan de Rijksveeartsenijschool. De school was gehuisvest in een voormalige katoenfabriek (Poortgebouw) met landhuis (woning directeur) tot haar beschikking op de voormalige buitenplaats Gildestein. Achter deze twee gebouwen aan het einde van de Biltstraat en langs het water van de Biltsche Grift bouwden men in de loop van ruim anderhalve eeuw meerdere onderwijsgebouwen, klinieken en stallen. Al wandelend van het Anatomiegebouw naar het Poortgebouw loop je in de tijd terug langs de geschiedenis van het diergeneeskundig onderwijs. Een plaquette aan de zijgevel van het Anatomiegebouw herinnert aan deze periode.
Van ambacht naar academische opleiding
In het begin had de opleiding een MBO-niveau. Rond 1910 gingen de Rijksveeartsen zich dierenartsen noemen. In 1918 kreeg de Rijksveeartsenijschool de status van Veeartsenijkundige Hogeschool. 7 jaar later werd deze hogeschool als Veeartsenijkundige Faculteit onderdeel van de Rijksuniversiteit Utrecht. In datzelfde jaar meldde de eerste vrouw zich aan als student: Jeannette Voet. Toen was dierenarts nog een typisch mannenberoep. Tegenwoordig is ruim 80% van de eerstejaars studenten diergeneeskunde vrouwelijk. De diergeneeskunde kreeg in de 20e eeuw steeds meer een wetenschappelijke basis.
Gebouwen en architectuur
Vanaf 1821 vond vanaf de Biltstraat richting Bekkerstraat en Dekhuyzenstraat nieuwbouw plaats om het groeiend aantal studenten, docenten, vakgebieden en dieren te huisvesten. De eerste grote uitbreiding kwam er in de periode 1873-1877 met een aantal statige gebouwen. De tweede uitbreiding vond plaats tussen 1905 en 1923. Gebouwen uit deze periode zijn ontworpen in de toen gebruikelijke eclectische stijl. Dat wil zeggen dat ze gebouwd werden in een combinatie van kenmerken van verschillende bouwstijlen en kunststromingen. Vanaf 1900 werd ook het landelijk gebied rondom het Veeartsenijterrein bebouwd en kwam de school in een verstedelijkt gebied te liggen. In de jaren 1967-1988 verhuisde de faculteit naar de Uithof (Utrecht Science Park). De gemeente Utrecht kocht het terrein aan Een aantal gebouwen kreeg de status als beschermd gemeentelijk monument. Het hele terrein heeft nog steeds een apart karakter en bezit met zijn bijzondere gebouwen een historische en monumentale waarde.