Hondenstal

Tegenwoordig hebben we honden vooral voor de gezelligheid, maar vroeger werden ze ook veel gebruikt voor de jacht of om te waken. Eén van de meest gevreesde hondenziektes was hondsdolheid. Dat moest onderzocht worden. En dat gebeurde in de Hondenstal. 

Hondsdolheid

Vanaf de opening in 1821 kreeg de Rijksveeartsenijschool regelmatig honden als patiënten aangeboden. Sommige daarvan werden voor gezelschap gehouden, maar verreweg de meesten waren waakhond, trekhond of jachthond. Honden konden besmet raken met de dodelijke ziekte hondsdolheid (rabiës). Werd je door een besmette hond gebeten, dan was je ten dode opgeschreven. Onderzoekers waren dan ook hard op zoek naar een remedie tegen hondsdolheid. Pas in 1885 ontwikkelde Louis Pasteur een levensreddend vaccin. Een van zijn patiënten was een student die op het veeartsenijterrein in Utrecht door een dolle hond was gebeten. 

Hondenstallen

In Utrecht kwam rabiës vaak voor in de 19e eeuw. Daarom vroeg het stadsbestuur om bij de veeartsenijschool een “dolle-hondenstal” te bouwen. Deze kwam er in 1874. Tot 1910 werden hierin honden met rabiës onderzocht. Daarnaast werden er proefdieren gehouden voor onderzoek naar deze ziekte. In 1875 kwam er een tweede hondenstal met 32 hokken voor honden met niet-besmettelijke ziekten. In 1910 werd de Nieuwe Hondenstal in gebruik genomen. Deze deed dienst tot 1923. Daarna werd werden honden ondergebracht in de nieuwe Kliniek voor Kleine Huisdieren aan de Dekhuyzenstraat.

De Nieuwe Hondenstal

De Nieuwe Hondenstal kwam er naar een ontwerp van rijksbouwmeester Cornelis H. Peters (1847-1932). Het gebouw lijkt op een basiliek: het heeft een hoge langwerpige hal (middenschip) die door zuilen gescheiden wordt van de lagere zijbeuken. In het bovenste gedeelte van het middenschip zitten vensters (lichtbeuk). De hokken waren betegeld en aan de voorkant met ijzeren hekken afgesloten. De vloer was van asfalt en aan weerszijden voorzien van een afvoergoot. Het gebouw had gas- en waterleiding, twee kachels en een bad voor de honden. Tegenwoordig is er een restaurant gevestigd. Het oorspronkelijke interieur is nog goed herkenbaar.


Dit verhaal is onderdeel van de Veeartsenijroute.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl