Bouw en sloop van kasteel Vredenburg

Kasteel Vredenburg moest opstandige Utrechters onder de duim houden. Bekijk hieronder de bouw en sloop van het gehate kasteel.

In de 12e eeuw bouwden johannieters een klooster op het Utrechtse Catharijneveld, wat nu Vredenburg heet. De johannieters waren een kloosterorde die zich vooral bezighield met ziekenzorg. Het klooster werd ook wel het Catharijneconvent genoemd. Toen Utrecht in het jaar 1122 stadsrecht kreeg en er een stadsverdediging werd gebouwd, kwam het Catharijneconvent veilig binnen de nieuwe stadsmuren te liggen.

In de loop van de eeuwen breidde het klooster steeds verder uit. We weten niet hoe het er precies uitzag. Deze afbeelding is dan ook bedoeld om een idee te geven van de 15e-eeuwse situatie.

De bouw van kasteel Vredenburg

In 1528 nam keizer Karel V de macht over in Utrecht. Niet iedereen was blij met zijn komst en om de bevolking onder de duim te houden, bouwde hij een kasteel binnen de muren van de stad. Het Catharijneveld aan de westzijde van de stad bleek de meest geschikte plaats.
Nadat de johannieters waren verhuisd naar een klooster aan de Lange Nieuwstraat, begon de bouw van het nieuwe kasteel. Maar liefst 1500 arbeiders werkten eraan. Daardoor was het kasteel al binnen enkele maanden te gebruiken. Het nieuwe gebouw moest er zó indrukwekkend uitzien dat niemand in opstand durfde te komen. Vandaar de naam: Vredenburg!

Hergebruik gebouwen van het johannieterklooster

In de jaren daarop bouwden ze verder aan het kasteel. In 1532 verbreedden ze de slotgracht aan de oostzijde. En in de jaren 1534 en 1535 verhoogden ze ook de westzijde, die met zijn grote kazematten onderdeel was van de Utrechtse stadsverdediging. Kazematten waren een soort puntige uitsteeksels in de verdedigingsmuur.

Zoals je op de afbeelding ziet, was een deel van de oude kloostergebouwen in het kasteel opgenomen. Dat was wel zo handig, want daardoor hoefde niet alles helemaal nieuw gebouwd te worden. Dat scheelde ook veel materialen, want voor de bouw van het kasteel waren alleen al miljoenen bakstenen nodig. En het was niet eenvoudig om die op tijd op de bouwplaats te krijgen. 

Hoofdpoort met ophaalbrug

Op Vredenburg zat 1 garnizoen soldaten. Uit het aantal slaapplaatsen en de aanwezige harnassen valt af te leiden dat het om ongeveer 60 man ging. In geval van nood kon dat aantal snel worden uitgebreid. Het kasteel beschikte over een brouwerij, een bakkerij en 3 keukens. Direct naast de soldatenkeuken lag een ruimte die verwarmd werd door het vuur in de keuken. Om een lange belegering te kunnen doorstaan, lag er voorraad opgeslagen in de kelders en de zolders. Denk bijvoorbeeld aan graan, rijst, stokvis en gezouten vlees.

Op deze afbeelding zie je kasteel Vredenburg vanuit het zuiden met de hoofdpoort en de toegangsbrug.

Kanonnen

De komst van vuurwapens in de 15e eeuw had grote gevolgen voor de oorlogsvoering. Vredenburg was het eerste nieuwe Utrechtse verdedigingswerk dat ontworpen was voor het gebruik van kanonnen. Baksteen was kwetsbaar voor vijandige kanonskogels. De muren moesten daarom niet al te hoog zijn en erg dik. De kanonnen van Vredenburg konden elke ruimte rondom het kasteel beschieten. Dat zie je op de afbeelding. Ook kon er vanaf het kasteel vlak boven het water van de slotgracht worden geschoten. Vijandige bootjes of vlotten hadden daardoor weinig kans de overkant te halen.

 

Opstand

Kort nadat Filips II in 1555 zijn vader Karel V opvolgde in de Nederlanden, ontstonden er religieuze en politieke ruzies die het begin waren van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Met de Pacificatie van Gent op 8 november 1576 werkten de Nederlandse gewesten samen om Spaanse soldaten te verdrijven. De Pacificatie markeerde in zekere zin het einde van kasteel Vredenburg. Afbeelding: schildering van Willem-Cornelisz. Swanenburgh, 1660-1670, collectie Centraal Museum.

De belegering van kasteel Vredenburg

Ook Utrecht ondertekende de Pacificatie van Gent. Maar de Spaanse commandant D’Avilia weigerde uit Vredenburg te vertrekken. Hij besloot in december 1576 zelfs tot een aanval op de stad. Daarop begon een lange belegering van Vredenburg. Kanonnen werden op het kasteel gericht en in januari werd de houten brug over de stadsbuitengracht kapotgeschoten. Na een beleg van 7 weken gaven de Spanjaarden zich op 11 februari 1577 over.

Nadat de Spanjaarden waren vertrokken, waren veel burgers bang dat het kasteel opnieuw bezet zou worden door vreemde troepen. Ze wilden dat Vredenburg afgebroken zou worden. Toen het stadsbestuur aarzelde, besloot Trijn van Leemput op 2 mei 1577 het heft in eigen hand te nemen door met een aantal andere vrouwen zelf aan de sloop te beginnen.

De sloop

In augustus 1577 volgde de officiële toestemming om het kasteel af te breken. Het zou nog tot 1581 duren voordat Vredenburg bovengronds verdwenen was. Met het puin werd de kasteelgracht gedempt. Alleen het westelijke deel met de beide geschutstorens bleef bestaan, omdat het onderdeel was van de Utrechtse stadsverdediging. Pas in de 19e en 20e eeuw zouden ook deze onderdelen verdwijnen. In 1919 werd het laatste bovengrondse deel van het kasteel gesloopt.

Op deze afbeelding zie je wat een leegte het afgebroken kasteel in 1581 achterliet. Niet lang daarna verplaatste de veemarkt van de Neude naar het Vredenburg en die zou daar tot 1928 blijven.

Archeologisch onderzoek

Tijdens bouwwerkzaamheden rond het Vredenburg deden archeologen veel onderzoek naar kasteel Vredenburg.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl