WOS8 en Basketbar: speelse architectuur

De overheid stimuleerde in de jaren negentig van de vorige eeuw de aandacht voor architectuur. Architectuur mocht weer tot de verbeelding gaan spreken. Architecten namen vervolgens steeds meer de vrijheid om naast functionaliteit aandacht te geven aan speelse en eigenwijze invallen.
Warmteoverdrachtstation 8 (WOS8)
Voor nieuwe wijk Leidsche Rijn was het uitgangspunt dat nutsgebouwen, zoals bijvoorbeeld trafohuisjes, zorgvuldig vormgegeven zouden worden. Het projectbureau Leidsche Rijn stelde dat deze ‘stille objecten’ nadrukkelijk meededen in de hoge ambitie die men had met de nieuwe wijk. Ook paste het in een oudere traditie van gemeenten die met name in het interbellum (de jaren ’20 en ’30 van de twintigste eeuw) hun nutsgebouwen lieten ontwerpen door architecten.
Het allereerste gebouw dat terecht zou komen in een weiland achter de Rijksstraatweg was een warmteoverdracht station om de toekomstige woningen van warmte te gaan voorzien. De opdrachtgever UNA (de voorloper van de huidige Eneco) werd aangemoedigd om een jong architectenbureau te kiezen. Dat werd NL-architects, opgericht in 1997. Zij kregen alle ruimte om het uiterlijk te ontwerpen, de architecten van het energiebedrijf ontfermden zich alleen over de installaties en het interieur.
De architecten richtten al hun aandacht op de ‘huid’ van het gebouw, die ze uitvoerden in polyurethaan, een materiaal vergelijkbaar met rubber. De grote zwarte doos kreeg zo een sexy uiterlijk. Tegelijkertijd brachten ze in die huid allerlei speelse elementen aan met de gedachte dat het object op termijn midden in een nieuwe woonwijk met opgroeiende pubers zou komen te staan. Zo kwam er aan één zijde een klimmuur waarbij de grepen van de klimmuur in braille het woord ‘blinde gevel’ vormen. Om veiligheidsredenen reikt de klimwand overigens tot halverwege de gevel. Op de korte zijden kwam een raam met daarvoor een basketbalnetje geplaatst, zodat de basketballer altijd op het ruitje moet mikken. Zolang de hangjongeren er nog niet waren, kregen de hangdieren alle ruimte met nestkastjes en openingen in de huid voor gierzwaluwen en vleermuizen.
De architecten kregen voor hun gebouwontwerp in 1999 de Designprijs en veel (inter)nationale aandacht. Dit leidde ook tot een volgende opdracht op het Universiteitscentrum de Uithof (USP).
Basketbar

Het Universiteitscentrum ontwikkelde zich in de loop van de jaren negentig steeds meer tot een gebied met meer dan alleen onderwijsgebouwen. De komst van studentenhuisvesting speelde een belangrijke rol in de wens om het gebied te verlevendigen met een ontmoetingsplek voor zowel studenten als medewerkers van de universiteit in de vorm van een grand café. De opdracht ging naar NL-architects, die vervolgens in - zoals zij het zelf noemden - ‘een architectonische kettingreactie’ kwamen tot een combinatie van café, met sporten en loungen. Het cafégedeelte ligt iets verdiept en is gekoppeld aan de luifel van het Van Unnikgebouw erachter. Op het café bedachten ze een basketbalveld als plek om te sporten, ook een vorm van ontmoeten. De architecten kozen hier opnieuw net als bij het Warmteoverdrachtstation voor hun favoriete sport. Vervolgens kwam het idee om de invalidentoegang voor het verdiepte café vorm te geven als een schelp of een oor, zodat deze toegang én compact bleef en tegelijk te gebruiken was als zitkuil en skatebaan. De architecten ontwierpen ook een deel van het caféinterieur, zoals de klassiek geïnspireerde binnentrap en de wand bespannen met koeienhuid.
Niet alleen door zijn functie, maar ook door de vormgeving trekt de basketbar de aandacht in dit centrumgebied. Het sportgedeelte steekt uit door de rooilijn en lijkt te zweven boven de bar. Door het verdiepte bargedeelte ligt het sportveld op ooghoogte en voelt zo onderdeel van de openbare ruimte. Het gebouw is verder superstrak uitgevoerd, zo is de constructie weggewerkt en RVS gebruikt om de houten café-puien een dure uitstraling te geven. Het geeft het geheel een cartoonachtige uitstraling.
Het gebouw kreeg veel (inter)nationale aandacht. Het won de Rietveldprijs 2003 en de Am-Nai-prijs voor talentvolle jonge architecten en een bijzondere vermelding bij de EU Mies von der Rohe Awards en van de International Association for Sports and Leisure Facilities.
De Basketbar wordt onderdeel van de herontwikkeling van het Van Unnikgebouw en is daarom nu tijdelijk niet in gebruik.