Wonen in Hooch Boulandt
In 1989 verhuisde het Academisch Ziekenhuis naar de Uithof. Op het voormalige ziekenhuisterrein aan de Catharijnesingel kwam een woonwijk.
Voor het eerst maakte de gemeente samen met private partijen plannen voor de ontwikkeling. Opvallend was dat er alleen woningen voor hogere inkomens zouden komen. Terwijl er in de jaren daarvoor juist veel aandacht was voor sociale woningbouw.
Er kwamen grote appartementenblokken met namen als Zwaanschild, Leeuwschild en Croonschild. Ook de buitenruimte kreeg een luxe inrichting, met een klein parkje en parkeerplaatsen op een middenstrook. Langs het spoor kwamen kantoren. Deze kantoren zorgen ervoor dat de woonwijk minder last heeft van geluid vanaf de spoorbaan.
De naam Hooch Boulandt staat op oude stadskaarten. Hiermee werd de hoger gelegen landbouwgrond ten westen van de binnenstad aangegeven. De chique spelling paste bij de luxe uitstraling van het nieuwe woongebied.
Gebouwen hergebruiken
De partijen overwogen om enkele ziekenhuisgebouwen te behouden en opnieuw te gebruiken. Dat was in die tijd nog niet vanzelfsprekend. Tegelijkertijd wilde men zorgen voor meer openbare ruimte op het volgebouwde terrein. Uiteindelijk werden de meeste ziekenhuisgebouwen toch gesloopt. De ontwikkelaar dacht namelijk dat bewoners met hogere inkomens geen interesse zouden hebben in verbouwde oude panden.
Wel bleven het hoofdgebouw en het zusterhuis langs de Catharijnesingel staan. Ook de kliniek voor neurologie en psychiatrie aan de Nicolaas Beetstraat bleef bewaard. In deze gebouwen kwamen appartementen.
Yuppenbrug
In de nieuwe wijk kwamen geen winkels. De bewoners konden gebruik maken van de winkels in de Twijnstraat. Maar de Catharijnesingel oversteken kon alleen via de Tolsteegbrug of de Bartholomeïbrug. Daarom moest er een nieuwe voetgangersbrug komen. Deze brug kwam er pas in 1997, na jarenlange discussie. Niet iedereen vond het vanzelfsprekend dat er een nieuwe brug zou komen over de monumentale singel, alleen voor de ‘rijke’ bewoners van Hooch Boulandt. Architect Wiek Röling ontwierp een ranke tuibrug met één pyloon. De brug kreeg al snel de bijnaam 'yuppenbrug', maar de echte naam is Martinusbrug.
Dit verhaal is onderdeel van de Moreelseroute.