Waterput op de Neude

De Neude is opnieuw ingericht met grote bomen, banken en fietsenrekken. Om de bomen een gezonde toekomst te geven, moesten er forse boomgaten in dit plein worden gegraven. De graafwerkzaamheden zijn begeleid door de archeologen van afdeling Erfgoed. Daarbij zijn talloze bijzondere vondsten gedaan, zoals een grote openbare waterput uit de 16e eeuw.

Van onbruikbare plek naar marktveld

Het plein heet niet voor niets Neude. Over de oorsprong van de naam gaan verschillende theorieën, waaronder de betekenis van moerassige laagte of drassige plek. De plek was daarom niet geschikt voor bebouwing. Door de groei van Utrecht en de gunstige ligging ten opzichte van de belangrijkste routes door de stad, is dit tot dan toe onbruikbare gebied vanaf de 13e eeuw enkele meters opgehoogd. Het moeras verandert in een marktveld voor vee. 

De grond die van andere plekken uit Utrecht is aangevoerd, bevat heel veel afval uit de 14e en 15e eeuw, zo blijkt uit de vele vondsten uit deze ophogingslagen. Bij elke haal van de graafmachine kwamen veel vondsten tevoorschijn, zoals: botten, aardewerk, bouwmateriaal, onder andere daktegels en (breek)plavuizen, brokken natuursteen en heel veel metaalvondsten zoals complete pelgrimsinsignes. Ook kwetsbare vondsten, zoals hout, textiel en leer, zijn door de gunstige bodemomstandigheden bijzonder goed bewaard gebleven.

Grote zandbak

Rond het midden van de 15e eeuw vormt de Neude een aantal jaren achtereen het toneel van een heus riddertoernooi. Om de paarden met ridders in blinkende harnassen tijdens de steekspelen veilig met elkaar te laten strijden, werd er een dikke laag zand gestort. Uit rekeningen blijkt dat in 1441 meer dan 300 karrevrachten zand van het Janskerkhof naar de Neude zijn gereden. De archeologen zijn de in de rekeningen genoemde zandlaag tijdens het onderzoek helaas niet tegengekomen.

Verharding met keitjes

Na het laatste riddertoernooi krijgt de Neude in 1465 voor het eerst een keienbestrating. Blijkbaar vinden er snel verzakkingen plaats, want uit rekeningen blijkt dat in 1472 het hele plein nogmaals is bestraat. Een nieuw aangebrachte laag puin en zand zorgt daarbij voor een stabiele ondergrond waarop duizenden keitjes, afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug, zijn gelegd. Op verschillende plekken is deze puinlaag met de keitjes op hun originele plek teruggevonden.

Stenen waterput

De opvallendste vondst is een bijzonder grote stenen waterput. Uit de grondsporen blijkt dat men om het grondwater te bereiken eerst een trechtervormig gat met aan de bovenzijde een diameter van meer dan 7,5 meter heeft gegraven. Daarna is vanaf het grondwater met kloostermoppen (een soort bakstenen) de stenen put opgebouwd. In de rekeningen wordt ook de aanschaf van 1000 zogenaamde putstenen genoemd. Een aantal van deze trapeziumvormige stenen is in de opbouw van de put teruggevonden. 

Bekijk een 3D model van de waterput

Maar wanneer en waarom werd er zo’n grote put aangelegd? Ook hier geven de rekeningen antwoord. Want hieruit blijkt dat in 1529 in opdracht van Karel V op de Neude een openbare waterput is gebouwd. Deze is bovendien bekroond met een fraai dak dat rust op 4 hardstenen zuilen met kapitelen. Ook zijn er speciaal voor de put een wapen van de keizer van lood en 3 koperen vaantjes gemaakt.

In 1529 is in opdracht van Karel V ook begonnen met de bouw van de dwangburcht Vredenburg om de opstandige Utrechtse burgers in toom te houden. Moet de aanleg van de put wellicht gezien worden een charmeoffensief richting de Utrechtse bevolking? Opvallend is dat deze imposante put, in tegenstelling tot andere exemplaren in de stad, na 1530 in geen bron meer wordt genoemd en ook op geen enkele oude kaart is terug te vinden. Dit lijkt erop te wijzen dat de put niet heel lang in gebruik is geweest.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl