Stadsvrijheid van Utrecht

Toen Utrecht in 1122 stadsrecht kreeg, mochten de bewoners ook een eigen stadsverdediging aanleggen. Kort daarna volgden een stadsbuitengracht (de singel) en een stadsmuur. Binnen die ommuring gold uiteraard het stadsrecht. Maar het stadsrecht gold ook voor een gebied buiten de muren, dat men ‘stadsvrijheid’ noemde. Daarbij verwees het Middelnederlandse woord 'vriheit' niet naar ons huidige woord vrijheid, maar naar een bepaald rechtsgebied.

Hoe de Utrechtse stadsvrijheid eruitzag, is te zien op een schilderij uit 1541. De stad zelf heeft een beetje een vreemde, ovale vorm.

Een kaart uit 1696 laat eveneens de grenzen van de stadsvrijheid zien, al heeft de stad daar een meer realistischer vorm.

Stadsleger

In de stadsvrijheid lag een aantal nederzettingen, waaronder de (Bemuurde) Weerd, Lauwerecht, Abstede, Tolsteeg en Lijnpad. De bewoners daarvan maakten in de late middeleeuwen samen met de schutterij en de burgersoldaten van de gilden deel uit van het Utrechtse stadsleger.

Het schilderij van Willem Cornelisz van Swanenburgh uit 1658 laat 4 laatmiddeleeuwse Utrechtse schutters in volle wapenrusting zien. Boven hen is het wapen van Utrecht zichtbaar.

Bewaking van de stad

Ook deden de bewoners van de stadsvrijheid mee met de bewaking van de stad, waarbij elke nacht 16 personen in tweetallen rondes liepen in hun woongebied.

Om zeker te zijn dat iedereen op de stadsmuur alert was, moesten zij regelmatig vanaf de overkant van de singel de stadswakers op de torens aanroepen om te controleren of die niet in slaap waren gevallen.

Geen burgerschap

De bewoners in de stadsvrijheid hadden in de late middeleeuwen dus veelal dezelfde rechten als de burgers binnen de muren. Maar wie het burgerschap van Utrecht wilde behouden, moest wel binnen de muren wonen.

Hoge en lage rechtspraak

De bewoners van de stadsvrijheid hadden dus geen recht op het burgerschap, maar vielen wel onder de hoge rechtspraak van de stad. Daarin ging het om zware misdaden. De lage rechtspraak was in handen van de bewoners van de stadsvrijheid zelf.

Vanaf 1304 waren 2 burgemeesters en 2 oudermannen de belangrijkste vertegenwoordigers van het stadsbestuur. Een ouderman is het hoofd van een gilde. De rode kleur van de schoudermantels laat zien dat zij rechters waren van de hoge rechtspraak.

4 poorten

De stadsvrijheid kende 4 poorten die aan belangrijke wegen naar Utrecht stonden. Dat waren de Ganspoort in het zuiden, de Doofpoort in het westen, de Gildpoort in het oosten en de Pellecussenpoort in het noorden.

De middeleeuwse stadsvrijheid bepaalde de gemeentegrenzen van Utrecht tot in 1954. In dat jaar werd het grondgebied van de gemeente Utrecht bijna verdubbeld voor de bouw van nieuwe wijken.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl