Rondom de Nieuwe Kamp

De Nieuwe Kamp verandert vanaf de middeleeuwen vaak van karakter. Lees over de geschiedenis van de oostelijke binnenstad. 

Hoe hoger de Domtoren werd tijdens de bouw in de 14e eeuw, hoe mooier het uitzicht moet zijn geweest voor de werklieden. Uitzicht op het land rondom de stad, met her en der wat kleine dorpjes en een enkele kerktoren boven de horizon. En een mooi uitzicht op de middeleeuwse stad zelf. Toen Utrecht rond 1122 stadsrechten kreeg, legden de inwoners een stadsverdediging aan. Die bestond uit een stadsbuitengracht en aarden wal. In de loop van de 13e en 14e eeuw vervingen ze deze door een hoge, bakstenen stadsmuur met tientallen torens en aan elke zijde van de stad een poort. Langs de binnenkant van die muur lag tot ver in de late middeleeuwen een groen en open strook land. Stadse boeren gebruikten dat voor hun vee en voor het verbouwen van gewassen. Dit land kwam goed van pas tijdens belegeringen van de stad.

Stadslandbouw

Eén van die stukjes grond lag rond de Nieuwe Kamp. Uit verschillende archeologische onderzoeken bleek dat het terrein en zijn directe omgeving nog lang na de stadsommuring een landelijk karakter had. Ook de straatnamen Oude Kamp en Nieuwe Kamp verwijzen daar naar. Het woord 'Camp' gebruikten ze vroeger namelijk voor een groot onbebouwd gebied binnen een ommuurde stad. Uit archeologisch onderzoek bij de Nieuwe Kamp in 2005, bleek ook dat hier in een natuurlijke waterloop lag. Waarschijnlijk was er dus voldoende water om vee te houden en te telen. We weten niet of het land intensief gebruikt werd, want er zijn maar weinig sporen van menselijke activiteiten uit die tijd.

Broeders en zusters op de kamp

Rond 1360 veranderde dit. Het broederschap van 'Maria in den Wijngaard' kreeg toen toestemming om een armengasthuis te bouwen. 10 jaar later kreeg het gasthuis ook een kapel. Vanaf 1407 was er ook een zusterschap op het terrein. Daardoor verdween langzaam maar zeker het agrarische karakter van het gebied.

Uit onderzoek in 2005 bleek dat de eerste stenen kloostergebouwen aan het eind van de 14e eeuw zijn gebouwd. De waterloop was waarschijnlijk een obstakel. Maar rond 1400 werd de vrijwel dichtgeslibde waterloop dichtgegooid, glad gemaakt en bebouwd. In 1484 traden de zusters toe tot de kloosterorde die was opgericht door Birgitta van Zweden. Daarna vond een grote eigendomsruil plaats tussen de broederschap en de Birgitinessen. De kapel aan de huidige Brigittenstraat hoorde vanaf dat moment bij de broederschap en werd omgedoopt tot Driekoningenkapel. In 2005 zijn in de kelders van Brigittenstraat 5 en 7 delen van deze kapel teruggevonden.

Middenin de stad

De reformatie van 1580 had grote gevolgen voor de 2 religieuze gemeenschappen rondom de Nieuwe Kamp. De broeders moesten hun klooster verlaten. De Birgitinessen hoefden niet direct te vertrekken, maar er mochten geen nieuwe zusters meer bij. Daardoor was ook voor deze gemeenschap het einde in zicht. Het grondgebied en de gebouwen kwamen in het bezit van de stad. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de Driekoningenkapel een noodhospitaal om de vele gewonden te verzorgen.

Toen het hospitaal in 1633 stopte, werden de voormalige kloosterbezittingen verkocht. De grote gebouwen werden in delen verkocht. Dat was gebruikelijk. Kopers waren verplicht om in de gebouwen scheidingsmuren te bouwen op de eigendomsgrens. Een aantal kloostergebouwen veranderde zo in woonhuizen. Ook de Driekoningenkapel werd in 1636 in tweeën gedeeld en verbouwd. Helaas werden er ook kloostergebouwen gesloopt. In 1643 besloot het stadsbestuur om enkele nieuwe straten in het gebied aan te leggen, waaronder de huidige Nieuwe Kamp. Daarmee veranderde het land op die plek voorgoed van karakter. Met de vele huizen die er later nog werden gebouwd, en de komst van de drukkerij van A.W. Bruna aan het begin van de 20e eeuw, was er van de landelijkheid nog maar weinig over. Vreemd is dat niet, want met de bouw van de vele 19e en 20e-eeuwse stadswijken lag de Nieuwe Kamp allang niet meer aan de rand van de stad, maar er middenin.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl