Middeleeuws huis Steenweg

Op Steenweg 34 vonden onderzoekers in 2005 muurwerk dat afkomstig was van een middeleeuws handelshuis. Het was een van de eerste bakstenen huizen van Utrecht.

Winkelstraat de Steenweg heeft een vroege oorsprong. Hier was het hart van de oude handelswijk Stathe, waar al in de 8e eeuw handelsactiviteiten plaatsvonden. De wijk ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot het centrum van de stad Utrecht. In 1127 probeerde bisschop Godebald tevergeefs om 2 van de 4 grote jaarmarkten, die van oudsher in Stathe werden gehouden, te verplaatsen naar het nieuw gegraven zuidelijke deel van de Oudegracht. Hij zag daar uiteindelijk vanaf met het argument dat Stathe voor de handel toch het meest geschikt was. Want daar stonden ‘de stevigste en best gebouwde huizen’.

Verscholen achter nieuwe winkelpuien

Tot in het begin van de 16e eeuw stond ook het Utrechtse raadhuis aan de Steenweg, het Schoonhuis genaamd. Later was daarin de lakenhal Het Wanthuis ondergebracht. In de Donkerstraat, een zijstraat van de Steenweg, was de Schepenbank gevestigd. Vanwege de vele handelsactiviteiten in de wijk Stathe bouwden handelaren hier al in een vroeg stadium hun huizen. Deze van oorsprong middeleeuwse handelshuizen zitten vaak nog ‘verborgen’ achter de huidige winkelpuien. Alleen tijdens bouwwerkzaamheden komen ze soms voor korte tijd in het zicht.

De oudste muur

Steenweg 34-38, gelegen op de hoek van de Donkerstraat, is zo’n winkelpand waarin het restant van een vroeg 13e-eeuws handelshuis zit verborgen. Bijzonder is dat dit huis kort na de introductie van de baksteen rond 1200 werd gebouwd. Het is daarmee een van de oudste bakstenen huizen van Utrecht. Hiervan is in het huidige winkelpand nog 1 muur behouden. Deze muur, die geen beschermde monumentenstatus had, is de oudste bakstenen muur gevonden in Utrecht. Hij werd in 2005 grotendeels doorbroken om 3 winkelruimten aan elkaar te verbinden. Voorafgaand aan deze verbouwing is het historische muurwerk bouwhistorisch gedocumenteerd.

Kaarsnissen

Het 13,5 meter lange muurwerk is opgetrokken uit grote bakstenen, zogenoemde kloostermoppen, gemetseld in Vlaams verband. Zowel op de begane grond als de 1e verdieping zijn in de muur kaarsnissen verwerkt. Dit zijn kleine nissen waarin een kaars of olielampje werd gezet voor de verlichting van een ruimte. Kaarsnissen speelden ook een rol in het eigendomsrecht: de muur behoorde toe aan diegene aan wiens zijde van de muur de nis zat.

In de kelder is een grote ronde boog aanwezig van de oorspronkelijke fundering. In het oude handelshuis was oorspronkelijk geen kelder aanwezig. De huidige kelder is later in de middeleeuwen tussen de funderingsbogen ingegraven. Ook zijn dichtgezette balkgaten aangetroffen van de oorspronkelijke balklaag. De balken waren opgelegd op een randbalk, die werd ondersteund door natuurstenen consoles.

Een middeleeuws stenen huis

Aan de hand van de nog aanwezige muurresten zijn we in staat om na te gaan hoe het huis er uit moet hebben gezien. Het huis had een begane grond, die ruim een meter lager lag dan het huidige straatniveau. Daarbovenop was een verdieping en een zolder gebouwd. Het huis was 7,5 meter breed en 19 meter lang en lag met de voorgevel aan de Donkerstraat. Een haard is niet gevonden. Die bevond zich vermoedelijk in de tegenovergelegen zijgevel aan de Steenweg. Deze muur is verdwenen nadat het grote handelshuis in de loop van de middeleeuwen in drieën is gesplitst. De voorgevel is daarbij verplaatst van de Donkerstraat naar de Steenweg.

 

Dit artikel stond eerder in het Tijdschrift Oud-Utrecht, themanummer 50 jaar zorg voor Utrechts erfgoed, 2022.

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl