Voordat ze begonnen aan een opgraving aan de Duurstedelaan in 2011 wisten archeologen eigenlijk al wat ze zouden vinden: een deel van de Romeinse Limesweg. Maar behalve de weg (die er inderdaad lag), kwamen er ook nog een aantal onverwachte vondsten tevoorschijn. Bijvoorbeeld een Romeinse dakpan met een zeldzame stempel erop, en een lange, kunstig gevlochten mat van wilgentenen. Deze mat bleek ook nog eens een stuk ouder te zijn dan de Romeinse weg.
Een lijn door het landschap
Dwars door Nederland, ongeveer langs de zuidoever van de Rijn, liep 2000 jaar geleden de noordgrens van het Romeinse Rijk. Die grens staat bekend als de Limes (het Latijnse woord voor grens). De Limes was eigenlijk een zone, die bestond uit de rivier de Rijn, wachttorens, en forten (castella) zoals het fort in Nijmegen of op het Domplein. In de wachttorens en forten zaten soldaten die de Limes verdedigden. Ook de Limesweg maakte deel uit van de grenszone. Deze ‘snelweg’ hadden de Romeinen nodig om communicatie en het verplaatsen van soldaten makkelijker te maken.
Archeologen hebben delen van de Limesweg in Utrecht teruggevonden, die in een diagonale lijn van Vleuterweide tot Lunetten loopt. Omdat ze dit al wisten, hebben ze vóór de bouw van een nieuwe school aan de Duurstedelaan archeologisch onderzoek naar de weg gedaan. Daar was in de grond nog een mooie dwarsdoorsnede van de Limesweg te zien: greppels aan weerszijden, met ertussen een opgehoogd stuk om op te lopen. Ze vonden ook sporen van houten palen langs weg, die als versteviging van de weg in de grond zijn geslagen. Verder lag er allemaal grind en keramisch bouwmateriaal, wat ooit werd neergelegd als wegverharding en door erosie aan de zijkant terecht is gekomen. Deze resten leveren voor de archeologen soms verrassende vondsten op.
Dakpannen en stempels
Tussen het vele grind hebben de archeologen een aantal dakpanfragmenten gevonden. Op 2 daarvan waren de letters TRA gestempeld. TRA is een afkorting van Tegularia Transrhenana, Latijn voor ‘steenbakkerij aan de overkant van de Rijn’. Dit zeldzame stempel is bekend van bakstenen en dakpannen die in de omgeving van het Romeinse fort bij Xanten zijn geproduceerd. Dat fort is verwoest in 69-70 n. Chr., waarna het stempel TRA niet meer is gebruikt.
Behalve bij de Limesweg in Hoograven, hebben archeologen ook dakpanfragmenten met TRA gevonden in de fundamenten van het Romeinse fort in Nijmegen en de later gebouwde Romeinse stad bij Xanten. Het puin van het vernielde fort is dus na de verwoesting verspreid om als bouwmateriaal te dienen. Het wegdek onder de Duurstedelaan kan daarom pas na 70 n. Chr. zijn aangelegd, maar ook niet veel later dan 100 n. Chr. Daarmee is het een van de oudste stukken van de Limesweg in Nederland.
De Limes wordt zichtbaar
Enkele jaren geleden is op lokaal initiatief het project ‘Dwars door Hoograven’ gestart. Met 1100 gekleurde mozaïeksteentjes, door basisschoolkinderen en buurtbewoners in verschillende patronen gelegd, wordt de loop van de Limesweg door de wijk Hoograven aangegeven.

Een close-up van een mozaïeksteentje (Erfgoed gemeente Utrecht).
Vondsten uit de bronstijd
Tijdens de opgraving ontdekten de archeologen ook nog iets wat ze niet hadden verwacht. Dieper dan de Romeinse weg kwam een mat van gevlochten wilgentenen tevoorschijn die minimaal 35 meter lang bleek te zijn. Over de hele lengte was hij ongeveer 1 meter breed. Aan het ene uiteinde werd hij smaller en was hij omgeslagen, het andere uiteinde is nooit opgegraven. De wilgentenen waren van goede kwaliteit en heel fijn gevlochten. Deze mat bleek veel ouder dan de Romeinse weg te zijn. Met houtonderzoek is hij gedateerd tussen 1890-1692 v. Chr., ongeveer in de late tot midden bronstijd. Het onderzoek liet ook zien dat de mat maar kort op oever lag, voordat de rivier overstroomde en de mat voorgoed onder rivierzand terecht kwam. Dat verklaart hoe hij zo goed bewaard is gebleven: er is weinig gebruiksschade te zien, en door een gebrek aan zuurstof kon het kwetsbare hout onder de grond niet wegrotten.
Sporen van bewoning
De functie van de mat is nog niet duidelijk. Vlechtwerk van wilgentenen werd vaak gebruikt als wand of hek, maar daarvoor is deze mat te zorgvuldig en fijn gemaakt. Hij kan ook gebruikt zijn in de jacht op vissen of watervogels, rechtopstaand in het water om de dieren een bepaalde kant op te dwingen. Omdat de mat op een rivieroever lag, was hij misschien bedoeld als pad om lopen op een drassige ondergrond makkelijker te maken. Dit soort paden zijn ook bekend uit Engeland en Ierland, maar net als muren en hekken is het vlechtwerk dan meestal veel grover. Genoeg ideeën dus, maar de archeologen weten nog steeds niet zeker waar de mat voor bedoeld was.
In de buurt van de mat ontdekten de archeologen ook een laag in de grond met opvallende lichte vlekken. Dit bleken hoefindrukken te zijn, van vee dat waarschijnlijk water dronk uit de rivier. Waar ze liepen, maakten ze een indruk in de klei. Die kleine holtes zijn kort daarna opgevuld met lichter gekleurd zand uit de rivier. De indrukken waren ongeveer net zo oud als de wilgentenen mat. Samen wijzen beide archeologische vondsten erop dat er mensen langs de rivieroever leefden en woonden lang voordat de Romeinen arriveerden en hun Limes opbouwden met wegen, wachttorens, en forten.






