Catharijnesingel
De Catharijnesingel was tot het eind van de 19e eeuw een belangrijke vaarweg. Het was onderdeel van de 'Keulse vaart', de belangrijkste waterverbinding tussen Amsterdam en Keulen.
In het uitbreidingsplan van burgemeester Hendrick Moreelse was de Catharijnesingel de centrale vaarweg door Utrecht. Dit plan uit 1664 werd nooit uitgevoerd.
De singel moest geschikt zijn voor steeds grotere schepen. Daarom werd in 1854 een deel van het bolwerk Sterrenburg gesloopt. In 1892 kwam het Merwedekanaal er. Toen raakte de vaarroute over de singel grotendeels in onbruik.
Weg en bomen
In 1811 maakte Napoleon de weg langs de Catharijnesingel onderdeel van de Route Impériale 2, de route van Amsterdam naar Parijs. In 1830 stonden van de Catharijnebrug tot aan het Ledig Erf maar liefst 1317 bomen. Bij het asfalteren en verbreden van de weg in 1931 zijn deze bomen bijna allemaal gekapt en deels vervangen.
Wonen langs de singel
De huizen langs de Catharijnesingel zijn tussen 1902 en 1905 gebouwd op het terrein van steenbakkerij en buitenplaats Voorzorg. Men bouwde het terrein tussen de singel en de Hartingstraat volgens een stratenplan in kleine blokjes van enkele woningen. Soms bestond een straat uit een rij van 10 huizen, soms uit slechts 1 huis. De meeste huizen hebben een beneden- en een bovenwoning. De gevels zijn uitgevoerd in neo-renaissance en jugendstil, architectuurstromingen uit het begin van de 20e eeuw.
Dit verhaal is onderdeel van de Moreelseroute.