Catharijnepoort

Utrecht had aan elke kant van de stad een stadspoort. De poort aan de westkant van de stad kreeg de naam Catharijnepoort. De poort werd vernoemd naar het naastgelegen johannieterklooster dat aan Sint-Catharina was gewijd.

In de 12de eeuw werd de eerste stadsverdediging van Utrecht aangelegd. Toen kwamen ook de stadspoorten. De eerste poorten waren hoge tufstenen torens met onderin een afsluitbare doorgang. Aan de westkant kwam de Catharijnepoort.

Hollandse poort

In de eeuwen daarop groeide de Catharijnepoort uit tot de grootste en best verdedigbare stadspoort van Utrecht. Dat kwam waarschijnlijk omdat hij aan de kant van de stad stond waar het graafschap Holland aan lag, en dat was lange tijd een geduchte vijand van Utrecht. Utrechters noemden hem dan ook wel de Hollandse poort.

Helaas is er geen afbeelding van de middeleeuwse Catharijnepoort bewaard gebleven. Maar dat hij groot en robuust was, valt uit verschillende bronnen af te leiden. Zo schreef Cornelius Aurelius in zijn beroemde Divisiekroniek uit 1517 dat de Catharijnepoort ‘seer starc is ende an die Hollantse syde’ lag. Ook zijn tijdgenoot Herberen van Mijnden schreef dat de ‘sante Katerynen poerte’ er uitzag als een burcht. Dat komt overeen met wat er te zien is op een bouwtekening van kasteel Vredenburg uit 1529, waarop ook de plattegrond van de Catharijnepoort staat ingetekend. Daaruit blijkt dat de poort grote bakstenen torens aan elke zijde van de poortdoorgang had.

Gevangenis, archief en wachtlokaal

In die grote poort was ook een van de 12 laatmiddeleeuwse wachtlokalen te vinden. Daar konden de nachtwakers van de stad tijdens hun dienst even uitrusten. Ook het archief van de stad werd lange tijd in deze goed verdedigbare toren bewaard. Zo werd er in 1443 een grote nieuwe archiefkast afgeleverd. Die was zo groot en zwaar dat er vier arbeiders voor nodig waren om hem naar zijn plek te dragen. In die tijd was er ook een gevangenis te vinden op de Catharijnepoort, met de gezellige naam ‘Het Paradijs’. En dat die behoorlijk groot was, blijkt wel uit het feit dat er in december 1481 maar liefst 140 gevangengenomen inwoners van Naarden werden opgesloten. Pas na het betalen van een fiks bedrag aan losgeld mochten die weer naar huis.

Kleine dwangburcht

Eind juni 1483 werd Utrecht belegerd door de Habsburgse hertog Maximiliaan van Oostenrijk. Die had maar liefst 15.000 grotendeels Hollandse soldaten bij zich. Het lukte de Utrechters enkele maanden om de enorme legermacht buiten de poorten te houden. Maar in september was het voedseltekort zo groot dat de stedelingen zich toch over moesten geven. De overwinnaars wilden de stad Utrecht onder controle houden. Daarom verbouwden ze de Catharijnepoort tot een grote controlepost. Ze groeven een gracht aan de stadszijde. De poort was daardoor aan alle zijden goed verdedigbaar. Daarna nam een regiment Hollandse soldaten er zijn intrek. Dat stond onder bevel van Frederik van Egmond, heer van IJsselstein. Deze situatie duurde niet erg lang, want in 1489 lukte het de Utrechters om de Hollandse soldaten uit hun minidwangburcht te verjagen. De Catharijnepoort werd daarop weer gewoon onderdeel van de Utrechtse stadsverdediging. De gracht aan de stadszijde is toen waarschijnlijk weer dichtgegooid.

In het schootsveld

In 1528 nam keizer Karel V de macht over. Zo werd Utrecht alsnog toegevoegd aan het Habsburgse rijk. Het nieuwe bestuur wilde de Utrechters duidelijk maken dat het geen zin had om in opstand te komen. Daarom bouwden ze een enorm kasteel, grotendeels binnen de muren van de stad: Vredenburg. Naast het kasteel lag de Catharijnepoort. Die stond in het schootsveld van de kanonnen van het kasteel. Er kwamen plannen om een nieuwe Catharijnepoort meer naar het noorden te bouwen. In de jaren na 1530 werd de grote Catharijnepoort grotendeels afgebroken, maar van een verplaatsing zou het nooit komen.

Nieuwe Catharijnepoort

Bijna honderd jaar zou de half afgebroken Catharijnepoort als een schaduw van de eens zo grote poort blijven staan. Maar in 1625 kwam er een nieuwe poort naar een ontwerp van de Utrechtse schilder Paulus Moreelse. Van deze poort in renaissancestijl zijn meerdere schilderijen en tekeningen bewaard gebleven.

Afbraak

In 1830 besloot het stadsbestuur de Utrechtse stadsverdediging af te breken, waarna de muren als eerste verdwenen. Even leek het erop dat de stadspoorten als herinnering aan de ommuring zouden blijven staan, maar uiteindelijk gingen ook die tegen de vlakte. En zo verdween rond 1845 de Catharijnepoort voorgoed uit het Utrechtse straatbeeld.

Kunstwerk van marmer

Op de Smakkelaarsbrug staat een reliëf van de voormalige Catharijnepoort van beeldhouwer Toon Rijkers. Het is een in marmer gebeeldhouwde afbeelding.

Het kunstwerk stelt de Catharijnepoort voor zoals die er in 1625 uitzag. In het reliëf zie je ook het zegel van Keizer Hendrik V. Hendrik V bezegelde in 1122 de stadsrechten van Utrecht. De Catharijnepoort was de oudst bekende bewaarplaats van de stadsrechten van Utrecht.


Dit verhaal is gebaseerd op: René de Kam, De ommuurde stad. Geschiedenis van een stadsverdediging, Amsterdam 2020

Hulp en contact Erfgoed

Telefoon

14 030

E-mail

erfgoed@utrecht.nl